Een traject "Parallel Solo Ouderschap" kadert vaak binnen vrijwillige hulpverlening.
Het kan echter ook gevraagd worden, na een verwijzing van een juridische instantie, zoals een familierechter of de jeugdrechter. Ook het Vertrouwenscentrum Kindermishandeling of het OCJ kan ouders aanraden en verwijzen om dergelijk traject aan te vatten, meestal dan binnen een breder hulpverleningsplan.
Bij dergelijke verwijzing, situeert de hulp zich op de rand van hulpverlening en justitie. Dat betekent dat de aanmelding, de opstart van de begeleiding en het verloop van de begeleiding wat bijzondere aandachtspunten heeft. Binnen een complexe (hoog)conflictscheiding is transparantie heel erg belangrijk. Conflictpatronen creëren een sfeer van wantrouwen, waardoor betrokkenen hyperalert zijn. Om die reden moet de hulpverlening erg transparant zijn over het kader en het aanbod dat wel/niet kan gedaan worden.
Tot op heden kan een traject "Parallel Solo Ouderschap" (PSO) niet verplicht worden, indien een ouder dat echt niet wil. Toch verwijzen diensten vaak door naar dergelijk traject, dringen ze hierop aan. Door de positie en het gezag van deze diensten, voelt dergelijke verwijzing voor de ouder hierdoor wel aan als een verplichting.
Wat betekent dergelijke verwijzing?
Exploratie tijdens een verkennende fase is erg belangrijk en kan op verschillende manieren gebeuren, afhankelijk van de verwachting van de verwijzer enerzijds en van de fase waar het conflict zich in bevindt.
Er zijn 2 mogelijkheden, waarbij enkel de eerste een zuiver traject PSO inhoudt
Het doel van een begeleiding "Parallel Solo Ouderschap" is altijd duurzame verbinding op korte en op lange termijn tussen ouder en kind, los van de concrete ouderschapsregeling. Hierbij is er oog voor de belangen van alle betrokkenen. De basisovertuiging is dat een kind een gepaste relatie moet exploreren, uitbouwen en onderhouden met zijn/haar beide ouders. Echter de hulpverlener kan niet invullen hoe deze relatie er moet uitzien, noch is het aan de hulpverlener om een uitspraak te doen over een verblijfsregeling. Met een kind/ jongere moet onderzocht worden wat ook voor hen aanvoelt als gepast. Men is attent voor de meerstemmigheid en beïnvloeding, waar kinderen sowieso mee te maken hebben en de kinderen krijgen ruimte om contact te maken met hun eigen gevoelens en gedachten (te zoeken naar een eigen mening.) De hulpverlener staat hen bij deze te verwoorden. Als een kind of jongere zelf gekwetst is of boos is, worden ze gesteund om dit uit te spreken aan de ouder aan wie dit behoort.
Wat valt niet onder een traject van PSO?
Deze website maakt gebruik van cookies. Lees meer